Sinds enkele jaren probeer ik mij op regelmatige basis eens uit te dagen. Niet gewoon om mijn eigen grens op te zoeken, maar vooral om van mezelf een betere versie te maken. Zo transformeerde ik mezelf van kettingroker tot niet roker en verloor ik bijna 30kg door mijn passieve levensstijl om te zetten in een actieve levensstijl. Mijn depressie en burn-out ging ik te lijf door het onder ogen te durven zien en vervolgens verandering te creëren in mijn leven. Daarvoor moest ik de natuur in en bewegen. Wandelen werd lopen en 5km werden er 88km, maar nu werd het tijd om ook deze grens weer te gaan verleggen met een nieuwe uitdaging. Een volwaardige ultraloper worden, ik genoot van mijn deelname aan Into The Woods!
“The ultimate measure of a man is not where he stands in moments of comfort and convenience, but where he stands at times of challenge and controversy”.
--Martin Luther King—
200 kilometer ultratrail
Door dit Corona-tijdperk loop ik geen wedstrijden meer. Ik mis het enorm om op verplaatsing de natuur in te kunnen trekken en daar enkele kilometers te kunnen genieten van de sfeer, rust en medelopers. Met als gevolg dat ik bijna altijd alleen loop in de omliggende natuurgebieden rondom mijn woonadres. Het is hier prachtig en ik zal hier zeker niet over klagen, maar de prikkel om uitgedaagd te worden was er even niet meer. Tot ik plots een evenement op Facebook zag langskomen ‘Into The Woods’, met als omschrijving:
“Into the Woods trail is een 24 uur durende uithoudingsrace. Tijdens deze 24 uur, tracht je om 10 rondes van elk +/- 20 km af te leggen, waardoor de totale race-afstand iets boven 200 km komt. Onderweg dien je een aantal controlepunten af te vinken. Hoeveel ronden hou jij het vol?”
Training
Nadat ik mij had ingeschreven ergens in juli, ben ik de kilometers beginnen opdrijven. In september liep ik meer dan 400km met op 4 weken tijd 2 marathonafstanden waaronder mijn 60km die ik deed ter eren van mijn 600ste streak. (Een rustdag staat niet in mijn woordenboek). Een geslaagde voorbereiding vind ik zelf.
Daarnaast had ik mij ook verdiept in voeding- en vochtopname voor tijdens de wedstrijd, maar ook wat eet en drink ik vooraf om topfit te kunnen starten? Ik ging op zoek naar logistieke en mentale ondersteuning voor het wedstrijdweekend. Dit was allemaal relatief gemakkelijk en ik wist dat de voorbereiding niet compleet zou zijn als ik er ook niet mentaal klaar voor zou zijn. Hiervoor heb ik vooral contact opgenomen met ervaren ultralopers om naar hun advies te vragen en in de avonduren keek ik naar inspirerende documentaires over ultralopers. Er ging een nieuwe wereld voor mij open waar ik duidelijk veel zin in kreeg.
D-Day
10 oktober 5:00 uur ‘s morgens gaat de wekker af en kan het avontuur eindelijk beginnen. Alles ligt klaar: tent, stoelen, kledij, powerbank, loopuitrusting en nog veel meer. Eten en drinken wordt allemaal voorzien door mijn partner in crime Nancy. Na het ontbijt zit ik om 6 uur 30 in de wagen en vertrek ik richting Oud-Heverlee.
Bij aankomst maak ik kennis met Nancy, laden we alles uit, zetten we de tent op en installeren we onze ‘basecamp’. Het wordt een kleinschalige wedstrijd, want er zijn zo een 20 lopers en hun crew, maar dit maakt het natuurlijk nog gezelliger. Na het ophalen van mijn borstnummer (nummer 5) nog even de laatste strategieën overlopen en om 10u is er een briefing. Vervolgens is het aftellen tot aan de start om 11 uur, nu mag het beginnen voor mij!
De start van een onvergetelijk avontuur
Daar gaan we dan, de start van het eerste rondje. Het is aangenaam loopweer en de zon schijnt. Maar de voorspellingen voor later op de dag zijn minder goed… ach dat zien we dan wel weer. De eerste 100 meter lopen we langs de weg om vervolgens via een verbindingsweg het Meerdaalbos in te trekken. Mooi en eindelijk nog eens in een prachtig stuk natuur op verplaatsing. De eerste 10 kilometer is meer een natuurloopje, waar ik me niet al te veel moet inspannen, maar vanaf kilometer 12 wordt het toch wat pittiger. Meer hoogteverschillen en tussenin een zeer pittig stukje modder dat het lopen bijna onmogelijk maakt. Vanaf kilometer 17 is het weer uitbollen en op het gemak naar mijn ‘basecamp’ joggen. Daar word ik overladen met motiverende complimentjes van Nancy en staat er een buffet van eten voor mij klaar: koffiekoeken, chocolade, chips, sushi, fruit, … eigenlijk te veel om op te sommen. Na bijgetankt te hebben en mijn voorraad voor onderweg heb bijgevuld, begin ik aan het volgende rondje… love it!
Strubbelingen onderweg
Het tweede rondje was een kopie van het eerste. De natuur is hier indrukwekkend en ik kan de eenzame loop meer dan waarderen. Tot ik aan de laatste 2 kilometer begin en mijn dikke teen in volle vaart stoot tegen een steen. Ik schreeuw het uit van de pijn en moet meteen stoppen met lopen. Dit voelt niet goed aan, maar durf ook niet kijken hoe erg het is. Na 5 minuten kan ik de pijn verbijten en loop ik door. Bij aankomst even een schoenwissel en ik zie dat mijn dikke teen al begint te kleuren. Er is echter geen tijd om te klagen. Schoenen aan, eten en weer verder gaan. Na een wat houterige start aan de derde ronde, geraakt de pijn weer wat in de achtergrond en kan ik opnieuw beginnen genieten en focussen op mijn route. Maar ik stoot mijn rechtervoet regelmatig opnieuw aan een tak of een steen, wat de pijn weer doet opflakkeren. Ook het weer begint om te slaan. De regenwolken beginnen zich wat te stapelen en het wordt al wat donkerder. Terug in het ‘basecamp’ voel ik de lichamelijke vermoeidheid toch al wat doordringen. Voldoende koolhydraten eten is nu heel belangrijk. Nog een warm soepje met ondertussen de hoofdlamp al aan. Even neem ik de tijd om te bekomen en praat ik bij met mijn crew. Na een kwartier heb ik genoeg geluierd en vertrek ik terug richting het steeds donker wordende bos. Na 60 kilometer begin ik aan mijn 4de rondje.
De duisternis valt
Een paar kilometer verder en alle lichtjes gaan aan. Het dichtbegroeide bos wordt nu nog donkerder door de alsmaar meer opstapelende regenwolken. Niet veel later wordt de kraan daarboven opengezet. In eerste instantie viel het nog mee en voelde de druppels prettig aan, maar het begon heviger en heviger te regenen. Daar waar het pad nog droog was, ontstonden ineens gladde en modderige stroken die het lopen natuurlijk veel zwaarder maakte. Wanneer ik eindelijk bij het “zwaarder stukje” aankom, is het modderpad nog langer en nog zompiger geworden. Lopen is nog amper mogelijk.. dus al wandelend overbrug ik enkele kilometers tot daar waar lopen weer mogelijk is. De laatste 2 km van het rondje is bergop en het overtollige water wat uit de lucht is gevallen zorgt er zelfs voor dat dit pad deels omgetoverd wordt in een waterval. Eindelijk, kletsnat en serieus onderkoeld kom ik weer aan in het ‘basecamp’. Meteen alle natte kleding uitgetrokken en al bibberend droog en warm aangekleed. Opnieuw sta ik, na een warme soep en heel wat lekkers, klaar voor het volgende rondje.
Het avontuur gaat verder, op naar mijn persoonlijk langste afstand
Zeer traag vertrek ik met reeds 80 kilometer in de benen aan mijn 5de rondje. Gelukkig is het ondertussen gestopt met regenen, maar volgens de weersvoorspellingen zou er al een volgende bui onze richting uitkomen. Door de koude en regen voel ik dat mijn lichaam al serieus moe begint te worden, maar opnieuw is het gewoon verder zetten en niet te lang blijven hangen in het negatieve en vooral focussen op wat er wel goed gaat! In deze ronde zal ik mijn persoonlijk record gaan verbreken van 88km, dus op zich ben ik al trots met dit feit. Ik pep mezelf op, maar het zware parcours maakt het niet simpel. Vooral de modderige stukken zuigen mijn voeten zo diep op dat het onnoemelijk veel krachten kost om nog een degelijk tempo te kunnen lopen of wandelen. Met de nodige wilskracht en veel doorzettingsvermogen bereik ik eindelijk mijn tentje waar ik weer even kan bekomen. 100 kilometer, een nieuwe mijlpaal! Ondertussen heeft mijn assistente gezorgd voor een heerlijke warme maaltijd, opnieuw droge schoenen aan en maar weer vertrekken. Deze keer voelt het anders, mijn benen zijn pudding, de voeten doen enorm veel pijn, ik heb koud... en dan begint het “the mindgame”.
100km & still counting
Na 100km wordt dit vooral een psychisch gevecht met mezelf. Hoe overwin ik alle kwaaltjes en pijntjes om toch verder te kunnen zetten? Na 5 kilometer slaag ik er in om toch een redelijk tempo aan te houden, dus de focus komt daardoor weer meer op het lopen zelf. Ik voel me terug sterk worden en ik bekijk het allemaal terug wat positiever. Tot op kilometer 112!!! Net voor ik het zwaarste stuk in duik, glijd ik lichtjes uit, maar net voldoende om door mijn knie te zakken. De pijn schiet volledig door mijn rechterbeen... FUCK!!! Even bekomen, dacht ik en wandelde rustig verder. Het kostte mij bijna 1 uur om 3 kilometer verder te geraken en de pijn werd steeds erger. De pijn in mijn been, voeten, de koude en vochtigheid in het bos, de vermoeidheid,.. Ik verloor het gevecht met mezelf. Ik belde het noodnummer om door te geven waar ze mij konden oppikken. Nog 3 kilometer verder gestrompeld en daar stond het medical team mij op te wachten. De 2 kilometer in de auto naar het kamp ging er van alles door mijn hoofd, maar vooral teleurstelling.
De terugblik
In het kamp werd ik opgevangen door Nancy en Chris (de organisator)... eerst nog even overlopen waar het mis was gegaan, maar vervolgens werd ik overladen met motiverende woordjes en vele complimenten van iedereen in het basecamp.
Ja, ik mag trots zijn om 118km in deze omstandigheden te hebben gelopen. Dit is geen mislukking, dit is weer een les, een ervaring om volgende keer nog beter te doen. Ondertussen hadden we ons materiaal opgeruimd, namen Nancy en ik afscheid en vertrok ik terug richting thuis. Na mij wat te hebben opgefrist bij aankomst, kruip ik mijn bed in en droom ik weg... wat als de 8 rondjes had gehaald? 160km.... 2 dagen later schreef ik mij in voor de Bello Gallico van 160km! Op naar een volgend avontuur!
"Physical strength will get you to the start. Mental strength will get you to the finish."
Wil je mijn volgende avonturen volgen? Dat kan op mijn Facebook-Pagina.
Tony Kavse